Kanker is – helaas – een blijver. Maar de wetenschap zit de ziekte op de hielen. In de aanloop naar 4 februari, Wereldkankerdag, klinkt prof. Filip Lardon (UAntwerpen) dan ook hoopvol. “De wetenschap boekt doorbraak na doorbraak. In ons onderzoekscentrum werken we bijvoorbeeld sinds kort met menselijke miniorganen en minitumoren om efficiënt nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen.”
Een kankerdiagnose komt nog steeds keihard binnen, en dat zal nog een hele tijd zo blijven. Maar de overlevingskansen zijn de voorbije jaren significant gestegen en ook met de levenskwaliteit van kankerpatiënten gaat het de goede richting uit. Die vooruitgang is in de eerste plaats te danken aan de doorbraken die wetenschappers wereldwijd boeken. Vlaamse onderzoekers draaien mee aan de wereldtop.
Dagelijks nieuwe behandelingen
In het Centrum voor Oncologisch Onderzoek (CORE) van de Universiteit Antwerpen en het UZA bijvoorbeeld zijn meer dan vijftig onderzoekers continu in de weer om kanker te doorgronden, sneller op te sporen en efficiënter te behandelen. Ze werken nauw samen met andere universiteiten en ziekenhuizen in België en wereldwijd.
“Veel mensen associëren een kankerbehandeling nog te vaak alleen met chemotherapie, waarbij je met een groot kanon snelgroeiende cellen wegschiet, maar ook gezonde snelgroeiers zoals bloedcellen en haarwortelcellen, met alle bijwerkingen van dien”, vertelt prof. Filip Lardon, diensthoofd van CORE en vicerector van UAntwerpen. “Dat stadium laten we stilaan achter ons. Het onderzoek evolueert vandaag razendsnel: zo kunnen we de ziekte steeds vroeger opsporen en krijgt de patiënt meer doelgerichte en efficiëntere behandelingen. Het gaat zo snel dat we bijna dagelijks nieuwe inzichten en behandelopties op het spoor komen.”
Miniorganen en -tumoren
Dat de ene doorbraak de andere opvolgt, komt door de snelle evolutie van de wetenschap en doordat er veel meer wordt samengewerkt. Prof. Lardon: “Zonder nieuwe doorbraken in de technologie en de biomedische wetenschap halen we dit tempo niet. Sinds kort kunnen we in ons lab bijvoorbeeld cellen kweken in 3D in plaats van in 2D. Met die cellen ‘bouwen’ we als het ware menselijke miniorgaantjes en minitumoren. Zo krijgen we een veel realistischer beeld van de ontwikkeling van kankercellen en het laat ons toen om doelgericht nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen en uit te testen voor verschillende kankertypes.”
“De efficiëntie die we daarmee bereiken is nooit gezien”, zegt Filip Lardon. “Dit kan werkelijk een sleutel zijn om een tot nu toe onbekende kluis aan informatie over de kankercel te openen. Bijkomend pluspunt is dat er voor deze techniek geen proefdieren nodig zijn. Dat is anno 2022 ook van groot belang. In Antwerpen bestuderen we tegenwoordig ook hoe we kankercellen met plasma, de vierde aggregatietoestand die we ook kennen van bliksem en poollicht, kunnen bestrijden. Ook die aanpak is beloftevol.”
Bijen ruiken kanker
Lardon schreef samen met collega prof. Marc Peeters (diensthoofd Oncologie en CEO van het UZA) het boek Kanker, van research tot patiënt. Het boek beschrijft alle inzichten en vooruitzichten van de kankergeneeskunde, van lab tot kliniek. De auteurs klinken hoopvol.
“De vroege opsporing van kanker via een eenvoudige bloedafname komt stilaan in het vizier”, legt Lardon uit. “Ik verwacht ook veel van het onderzoek naar kankeropsporing via bijvoorbeeld de adem. Dieren zoals bijen en ratten kunnen kanker ‘ruiken’. Dat biedt weer nieuwe perspectieven en hoop voor de toekomst. Het moment dat mensen niet meer bang hoeven te zijn voor kanker, komt elke dag een stapje dichterbij. En hoe meer onderzoek we doen, hoe sneller die dag zal komen. Het is nu aan kanker om bang te worden.”
(bericht en foto © UAntwerpen)