20.6 C
Antwerpen
dinsdag, juli 23, 2024

Drinkelied voor de dokwerkers “bewondering voor mijn (oud-)collega’s”

Lode De Ceuster, beter bekend als de Zingende Dokwerker, brengt op 86-jarige leeftijd nog een nieuwe plaat uit. Het is een Shanty (een zeemanslied dat vroeger op zeilboten gezongen werd). Met ‘Kom lot ons gon drinken’ brengt hij een ode aan alle dokwerkers door de jaren heen. Daarin vertelt hij het verhaal dat dokwerkers vroeger in de kroeg van de foreman moesten gaan drinken om werk te krijgen (een verhaal dat ook den dialectgids van ’t stad en voormalig dokwerker’ vertelt op zijn wandelingen).

 

Gesprek met Lode De Ceuster, de Zingende Dokwerker

 

Wel op mijn 86ste zén ik ben dan toch terug begonnen want ik stond ’s morgens op en ik miste iets. Ik miste iets en dat was de muziek en liekes maken. Er is maar één ding dat ik goed kan en dat is liekes maken. En daar zén ik trots op. En dat weet ik, en dat is niet voor mezelf te bestoefen, maar ik heb schoon liekes gemaakt, en ik maak er nog. Maar nu heb ik dus een drinkelied gemaakt. Ik zén altijd dokwerker geweest en ik heb een hele LP gemaakt met dokwerkers-liekes vroeger, en nu heb ik gedacht ‘ik maak een dokwerkers-drinkelied, een vrolijk drinkelied en toch over de dokwerkers, de havenarbeiders. Als ze na zware shiften

toch graag nog een pintje gingen drinken en dan liep dat wel eens uit, want het liedje gaat van ‘heel de nacht lang, heel de nacht lang’. Ik heb dat dus geschreven want ik wou nog eens iets doen en de mensen vinden het goed, misschien nemen we het wel eens op. Maar ik heb al zoveel opgenomen en ik heb er nooit iets mee verdiend. Nooit! Ik heb er altijd meer geld in gestoken, maar ik heb een fantastische tijd gehad, ook aan de dokken. Ik heb ook hard gewerkt, al zeg ik het zelf en ik heb bewondering voor mijn collega’s die hard werken want ge ziet dat dikwijls op ‘den tv’ over die rijke mensen. En dan zeggen die ‘ja maar, ik heb daar hard voor gewerkt, zenne’. En dan denk ik voor mezelf, is huizen verkopen, is dat nu werken? Dat is voor mij niet werken hé, of muzikanten die zeggen ‘ik ga werken’. Allez, da’s toch plezant, dat is toch niet werken dat gaan zingen, ja zo zit ik ineen hé.

Hoe heet dat (drinke-)lied eigenlijk?

‘Kom lot ons gon drinken’

En dat is ook natuurlijk in het onvervalst Aantwaarps?

Dat is écht Aantwaarps, dat is écht Aantwaarps, er komen woorden in waarvan ik denk zouden dat wel Aantwaarps zijn, maar het is écht Aantwaarps, ja ja.

Dat gaat over een ploeg die hard gewerkt heeft aan de dokken en de ploeg is gedaan en ze gaan ’t café binnen en het café dat is van de foreman, zo ging dat vroeger. Want het is over vroeger dat ik zing. Nu is dat helemaal anders wellicht, maar het is over vroeger dat ik zing. Alles is veranderd, maar vroeger kon je bijna niet aan werk geraken of moest gewoon drinken bij de foreman. En die pakte dan zijn ploeg mee naar de bazen, versta je het? en dan na de schift allemaal het café binnen van de foreman.

Dat is ook wat de Leo, de dialectgids van’t stad, vertelt en dat ze dan ook soms bleven hangen als ze geen werk hadden …

Ja dat was vroeger zo hé. En dan spreek ik ook nog van voor mijn tijd. Daarvan heb ik ook liekes. ‘Nen boterham met siroop en toen was alles oep’. Vroeger gingen de dokwerkers eten met jenever op hun boterham, maar dat was dan nog van voor mijn tijd.

Je zegt dat je die liedjes nooit allemaal hebt opgenomen …

Neen, ik heb er nog wel een stuk of vijf dokwerkersliekes in mijn schuif zitten die niet op plaat verschenen zijn.

Maar je bent nog maar 86 hé …

Ja het begint te kraken zenne. Het begint te kraken, aan mijn tong zal niet liggen, maar alles begint een beetje zeer te doen. Ze zeggen het wel eens ‘Lode gij zijt geen 86’. Dan zeg ik, ‘ik zien er misschien niet zo uit, maar ik voel het wel’.

Het liedje gaat over drinken maar pak je zelf ook nog geregeld je pintje?

Wel ja, toevallig Michel, toevallig staat er her eentje naast mij. En ik drink ook nog wel graag, maar met mate. En dat is niet met maten, maar met mate hé. Niet teveel gewoon een pintje en zeker geen sterke drank. Dat mag niet van de dokter, dus op mijn ouderdom, maar ik lust nog wel een biertje, maar als ik met de auto rijd, nooit of jamais. Nooit of jamais, dat zweer ik u, als ik gedronken heb, dan rijdt mijn vriendin hé.

Mensen die jou nog eens aan het werk willen zien die krijgen binnenkort een unieke gelegenheid in #ZMRGM in Wijnegem hé? Want je gaat nog eens optreden.

Ja ik ga nog eens optreden. Ik had het nodig, want ik heb het eens ooit gezegd ‘Ik kan de stress niet meer aan’. Maar het is juist de stress die ik nodig heb. Het is raar met mij he, ik heb stress, maar ik kan niet anders. Ik wil gaan optreden en als ik bezig ben, is het gedaan.

Ik ga soms naar mijn dood hé, maar iemand heeft me eens gezegd, eens verteld aan mij dat de Jacques Brel, die had ook heel veel stress en één van zijn muzikanten die zei tegen hem ‘Maar Jacques, ik heb nooit stress’ en hij (Brel) antwoordde, ‘ dat komt wel met het talent, jongen’. En dat heb ik ook altijd onthouden. Ik ga niet zeggen dat ik een groot talent ben, maar hetgeen wat ik doe, daar ben ik goed in

Den Aantwaarpse Jacques Brel?

Oei, neen neen,

zo bekend ben ik niet, maar ik doe mijn best. Ik maak liekes en daar voel ik me goed bij en als de mensen in hun handen klappen en nadien zeggen ‘mijnheer, we hebben ons geamuseerd, ’t was goe’ dan ben ik content.

MUZIEK ‘kom lot ons gon drinken’

© Aantwaarpe 2022

zie ook : https://www.aantwaarpe.be/lode-de-ceuster-de-zingende-dokwerker-85-jaar-een-mooi-verhaal/

en

85-jarige Lode De Ceuster (de Zingende dokwerker) nog steeds ’the Voice van Aantwaarpe’

 

Ook interessant voor jou

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Social Media

811FansLike
607VolgersVolg
608VolgersVolg
399AbonneesAbonneer

Nieuws